Waarom energie besparen?
De verduurzaming van de industrie en dienstensector is een essentiële pijler uit het Klimaatakkoord. De sector kan een belangrijke bijdrage leveren aan de afspraak om in 2030, 49 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Een afspraak die is vastgelegd in de klimaatwet en in het Klimaatakkoord. Het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO, april 2016) laat zien dat energiebesparing bij bedrijven de meest kostenefficiënte manier is om CO2-reductie te realiseren bij ondernemers.
Het gaat om economisch rendabele maatregelen met een terugverdientijd korter dan 5 jaar. Om deze reden is het bij wetgeving geregeld dat ondernemingen, boven een bepaald energieverbruik, verplicht zijn om ‘alle’ energiebesparende maatregelen te treffen met een terugverdientijd korter dan 5 jaar.
Regionaal
Binnen de RES Flevoland is op regionaal niveau, in dit geval de provincie Flevoland, een plan van aanpak opgesteld. Dit is een integrale aanpak, waarbij bedrijven en instellingen worden geïnformeerd over de Wet- en regelgeving waaraan zij moeten voldoen. De ondernemers kunnen worden ondersteund bij het treffen van de verplichte energiebesparingsmaatregelen. Om een level playing field te realiseren betekent dit dat er ook handhaving kan plaatsvinden wanneer bedrijven en instellingen niet aan de regels voldoen. Het is aan ondernemingen zelf om te kiezen op welke wijze ze invulling geven aan het voldoen aan wet- en regelgeving. In dit projectvoorstel wordt aangesloten bij die regionale doelstellingen.
Wettelijk kader
Energiebesparing bij bedrijven is niet meer vrijblijvend. In het huidige Activiteitenbesluit staan voor 19 branches de erkende energiebesparingsmaatregelen (EML) beschreven. De lijst bestaat in totaal bijna uit circa 900 verschillende maatregelen. De meeste van deze maatregelen hebben, afhankelijk van bedrijfsspecifieke omstandigheden, een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Bedrijven zijn verplicht om de verplichte maatregelen door te voeren of te vervangen door gelijkwaardige alternatieven.
Met de komst van de Omgevingswet is deze verplichting geregeld in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Iedere 4 jaar moeten de bedrijven via een digitaal registratiesysteem (bij RVO) het bevoegd gezag melden hoe het staat met het uitvoeren van de verplichte maatregelen (het volgende ijkpunt is juli 2023). Bij sommige branches is de invoering van een energiebeheersysteem (EBS) eveneens een verplichte maatregel. Met de voorgestelde methode is ook voorzien in deze verplichting. De energiebesparingsplicht wordt hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2023 aangescherpt. Dit wordt de ‘verbreding en verbetering’ van de energiebesparingsplicht genoemd. De uitgangspunten van de huidige energiebesparingsplicht blijven ongewijzigd.
Kantoorgebouwen
Per 1 januari 2023 moet elk kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een primair fossiel energiegebruik van maximaal 225 kWh per m2 vloeroppervlak per jaar. Voldoet het gebouw niet aan de eisen, dan mag het per 1 januari 2023 niet meer als kantoor worden gebruikt. Deze verplichting staat in het huidige Bouwbesluit 2012, onder de Omgevingswet in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl).