Begrippenlijst
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft een begrippenlijst ontwikkeld als aanvulling op de lijst met meest gestelde vragen over de Informatieplicht voor bedrijven.
Begrippenlijst informatieplicht
Type A en B inrichtingen
-
- Inrichtingen type A zijn inrichtingen die minder milieubelastende activiteiten uitvoeren, zoals veel kantoor- en schoolgebouwen. Ze vallen volledig onder het Activiteitenbesluit. Ze hoeven bij de oprichting of een wijziging geen melding te doen aan het bevoegd gezag.
- Inrichtingen type B zijn inrichtingen die bij de oprichting of een wijziging een melding moeten doen aan het bevoegd gezag. Voorbeelden van type B inrichtingen zijn garagebedrijven, metaalbewerkende bedrijven en jachthavens. Ze vallen volledig onder het Activiteitenbesluit.
- Type A en B inrichtingen vallen beiden onder de Energiebesparingsplicht en de informatieplicht. Type C inrichtingen vallen hier dus niet onder, hiervoor gelden de vergunningsvoorschriften.
Energiebesparingsplicht
Het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen (inrichtingen) die vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000m3 aardgas(equivalent) per jaar verbruiken om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder te treffen. Door de verplichte maatregelen te treffen van de EML wordt er voldaan aan de Energiebesparingsplicht. Het toepassen van hernieuwbare energie geldt niet als energiebesparende maatregel. Het toepassen van zonnepanelen is dus geen energiebesparende maatregel.
Inrichting
Een bedrijf is te beschouwen als een inrichting als het voldoet aan de omschrijving van het begrip inrichting in de Wet milieubeheer, en als er een aangewezen activiteit plaatsvindt (bijlage I van het Bor). De omschrijving van een inrichting is een ‘door de mens bedrijfsmatig of in een omvang als bedrijfsmatig ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.’
Een bedrijfslocatie zal hier over het algemeen aan voldoen. In het Bor zijn bijvoorbeeld aangewezen het aanwezig hebben van 1,5 kW elektromotorisch vermogen, stookinstallaties, de opslag van stoffen of het bereiden van voedingsmiddelen. Als de locatie een energieverbruik heeft van meer dan 25.000 m3 gas of 50.000 kWh zal over het algemeen sprake zijn van een inrichting. Meer De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft een begrippenlijst ontwikkeld als aanvulling op de lijst met meest gestelde vragen over de Informatieplicht voor bedrijven. Bekijk hier de begrippenlijst. informatie: zie https://www.infomil.nl/onderwerpen/duurzaamheidenergie/energiebesparing/handreiking-erkende/inrichting-huurder/
Drijver van een inrichting
Als milieu(vergunnings)voorschriften worden overtreden en het bevoegd gezag over gaat tot handhaving, is vaak de vraag wie als drijver van de inrichting kan worden beschouwd. De drijver van de inrichting is meestal aan te wijzen als de overtreder. Drijven houdt in het feitelijk exploiteren, een bepaalde betrokkenheid bij de exploitatie hebben of een bepaalde mate van zeggenschap hebben over de exploitatie. Deze zeggenschap kan overigens direct of indirect zijn, bijvoorbeeld via een contractuele verplichting met degene die de inrichting feitelijk exploiteert.
Last onder dwangsom
De overtreder wordt de last (een bevel tot herstel van de overtreding) opgelegd om binnen een periode iets te doen of te laten, op straffe van een dwangsom. Dat is een bedrag dat die overtreder moet betalen als deze de overtreding niet binnen de gestelde periode herstelt. De last onder dwangsom moet ertoe leiden een overtreding ongedaan te maken of een voortduren van een overtreding te voorkomen
RVO
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. www.RVO.nl is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).