Factsheet EED

Wat is er aan de hand?

In 2012 is de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) vastgesteld. Deze richtlijn verplicht alle lidstaten om maatregelen in te voeren die bedrijven en instellingen stimuleren om energie te besparen. Op 10 juli 2015 is deze Richtlijn vertaald naar nationale wetgeving in de Ministeriële regeling ‘tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 richtlijn energie-efficiëntie’. De regeling valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet milieubeheer (Wm) en is via deze link te raadplegen.

Wat is het doel van de regeling?

Het doel van de Richtlijn is het verminderen van het energieverbruik met 20% in de periode 2014-2020. Daarvoor beschikt de regeling over twee instrumenten:

1. De energie-audit
2. De kostenbatenanalyse bij grote energetische investeringen.

Wat is een energie-audit?

Een energie-audit is een onderzoek naar het energieverbruik in een bedrijf. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verbruik van gebouwen, maar ook het verbruik van industriële en/of commerciële processen. Een audit bevat ook een overzicht van de mogelijkheden die er zijn om energie te besparen en een lijst met maatregelen die je daarvoor kunt nemen.

Wat is een kostenbatenanalyse?

Een kostenbatenanalyse is een vergelijking van de kosten en de baten van een grote energetische investering in relatie tot een hoog- renderende warmtekrachtkoppeling en/of aansluiting op een warmte- of koudenet. Zo wordt bepaald wat het rendement is van een investering ten opzichte van duurzame alternatieven.

Voor wie is deze regeling?

De regeling is verplicht voor grote bedrijven met meer dan 250 personeelsleden of bedrijven met een jaaromzet van meer dan 50 miljoen EUR en een balans van meer dan 43 miljoen EUR. In Nederland voldoen ongeveer 3000 tot 6000 bedrijven aan deze voorwaarden.

Wat zijn de wettelijke verplichtingen?

• Het uitvoeren een energie-audit.
• Iedere vier jaar een verplichte actualisatie.
• Binnen vier weken, na uitvoering van de audit, moet het rapport worden aangeboden aan het bevoegd gezag.
• Bevoegd gezag stuurt de audits (en de resultaten van de kostenbatenanalyses) vóór 1 februari van het volgende kalenderjaar door naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
• RVO monitort de voortgang en rapporteert hierover aan de verantwoordelijke ministeries.

Welke vragen roept deze regeling op?

1. a) Wie is bevoegd gezag?
2. b) Waar ligt de verantwoordelijkheid voor uitvoering van de regeling?
3. c) Welke taken zijn verbonden aan de EED?
4. d) Is sprake van een mandaat aan de OFGV?
5. e) Hoe groot is de werkbelasting?
6. f) Hoe gaat de uitvoering op dit moment?
7. g) Wie draagt zorg voor de uitvoering?
8. h) Hoe nu verder?

Wie is het bevoegd gezag?

De Ministeriële regeling valt onder de WaboWm. Deze factsheet gaat in op de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) Doelstelling van deze richtlijn is een lager Europees energieverbruik in 2020. U leest hieronder meer over de inhoud van deze Richtlijn, de doelen en de doelgroep. Ook vindt u informatie over wettelijke verplichtingen, verantwoordelijkheden en uitvoering.

Daaruit volgt dat het college van Burgemeester en wethouder en/ of het college van Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn. Zij zijn dan ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling.

Welke activiteiten vloeien voort uit de EED?

1. Communicatie en correspondentie.
2. Verzamelen van energie-audits.
3. De beoordeling of een kostenbatenanalyse (KBA) nodig is bij een grootschalige energetische investering.
4. De controle of bedrijven aan hun verplichtingen hebben voldaan. Dit betekent inzicht hebben in: - De bedrijven die aan de criteria voldoen voor een energie-audit. - Bedrijven die het voornemen hebben tot grote energetische investeringen.
5. Het jaarlijks verzenden van de verslagen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
6. Registratie in informatiesystemen.

Is sprake van mandaat aan de OFGV?

Ja en nee. De bevoegdheid voor het versturen van correspondentie is opgenomen in het mandaatbesluit (D1). Voor de overige taken, bijvoorbeeld het honoreren van uitstelverzoeken, heeft de OFGV geen mandaat.

Hoe groot is de werkbelasting?

Zowel bij RVO als bij de OFGV is niet exact duidelijk hoeveel en welke bedrijven voldoen aan de criteria van de regeling. Om toch een idee te krijgen van de werkbelasting is een analyse gemaakt op basis van cijfers van het CBS. Daarvoor is gekeken naar het aantal bedrijven in Flevoland & Gooi en Vechtstreek. In totaal zijn in dit gebied 59.920 bedrijven gevestigd. De schatting is dat 1 op 500 bedrijven voldoet aan de criteria. Dit komt neer op ongeveer 120 bedrijven.

De VNG heeft bepaald dat voor een correcte uitvoering van de regeling 8 a 9 uur per bedrijf nodig is. De initiële werkbelasting komt daarmee op (schatting) 1000 uur voor 2016. Omdat elke 4 jaar een actualisatie nodig is van de energieaudits, komen deze uren elke 4 jaar weer terug. Naar gelang de tijd dat de regeling in werking is, verschijnen de audits niet meer op een vast tijdstip. Dit betekent dat de initiële uren langzaam over een tijdsbestek van 4 jaar ‘uitgesmeerd’ worden. Hoe dit exact verloopt, is nu nog niet duidelijk.

Bij het berekenen van de uren is geen rekening gehouden met het toezicht op het doorvoeren van eventuele besparingsmaatregelen.

Hoe gaat de uitvoering op dit moment?

De OFGV krijgt momenteel veel vragen van zowel bedrijven als van omgevingsdiensten. Het communicatietraject, vanuit het Rijk, vooruitlopend op de regeling, was zeer beperkt. Bedrijven, overheden en omgevingsdiensten hebben het gevoel ‘overvallen’ te zijn. Vandaar dat veel uitstelverzoeken worden ontvangen.

De OFGV verzamelt deze verzoeken en probeert de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Wie draagt zorg voor de uitvoering Het betreft hier een nieuwe taak waar initieel, bij de oprichting van de omgevingsdiensten, geen rekening mee is gehouden. De uitvoering van de taak is niet specifiek belegd. In de OFGV-uitvoeringsprogramma’s van de deelnemers is met deze taak geen rekening gehouden. Veelal zal ook bij gemeenten geen capaciteit beschikbaar zijn voor het uitvoeren van deze taak.

Hoe verder?

Gebaseerd op het energieakkoord, de huidige nieuwe regeling en landelijke ontwikkelingen, ziet het er naar uit dat omgevingsdiensten in de toekomst steeds vaker een rol krijgen toebedeeld als het gaat om de aanpak van energiebesparing. Voor de 4e tranche van het Activiteitenbesluit is dit al een gegeven. Om die rol goed op te pakken investeert de OFGV in opleiding en scholing van eigen personeel op het gebied van energiebesparing bij bedrijven.

Ook als het gaat om EED is de OFGV in staat om de uitvoering van deze taak op zich te nemen. Hiervoor zijn nieuwe afspraken nodig met de partners over de uitvoering en de financiering daarvan.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u zich wenden tot de heer A. Roeten, a.roeten@ofgv.nl, telefoon 088 – 6333 000. Afspraken over een eventuele opdracht kunt u maken met uw accounthouder.